De Aveyron, bekend geworden door de spectaculaire brug van Millau, is het grootste en één van de mooiste departementen van Frankrijk. Het meest opvallend is de schat aan culturele bezienswaardigheden, de ouderwetse stilte van het platteland en de ongerepte natuur.
Ieder dorpje is een bezoek waard: hier een Romaanse kapel, daar de ruïnes van een middeleeuws kasteel die uw aandacht zullen trekken, weer wat verder een natuurstenen boerenhoeve, een oude boogbrug of een verlaten molen.
De Aveyron bestaat uit drie verschillende geografische streken. De vallei van de Tarn met zijn dorpjes als arendsnesten tegen de steile helling geplakt, verbonden door geheimzinnige paadjes, die u bij iedere bocht verrassen met een prachtige uitzicht op een intact gebleven natuur.
De Tarn zal je voeren langs de zogenoemde Route des Seigneurs du Rouergue, met kastelen, die zo uit de middeleeuwen opduiken. Hier krijgt het landschap rondere vormen, omzoomd met teder groen en beboste heuvels waar kleine beekjes lui weg kronkelen. Het is een streek van indrukwekkende boerenhoeves, die als massieve steenkolossen in het landschap staan.
Nog iets verder naar het zuiden ter hoogte van Saint Izaire begint de Rougier de Camarès, een gebied met bauxiet houdende aarde met een tussen groen en rood rivaliserend kleurenpalet. Het kasteel van Saint Izaire markeert het begin van dit curieuze gebied. De riviertjes de Dourdou en de Rance die door deze rode aarde stromen en uitmonden in de Tarn kunnen na flinke regenbuien de Tarn helemaal rood kleuren, waarna hij na een paar dagen zijn vertrouwde blauw/groene kleur weer terug krijgt. De huizen van de omliggende dorpjes zijn eveneens rood gekleurd, omdat ze uit rode rotsblokken zijn opgetrokken en daarmee deze streek zijn bijzondere karakter geven.